donderdag 25 augustus 2011

Slakkenliefde


Gisteravond zag ik ze achter elkaar aan glijden door de tuin. Alsof de een de ander de weg wees. Dat was ook zo, begreep ik later. Ze zochten een stiekem plekje.

Daar draaiden ze zich behaaglijk in elkaar en ik dacht dat ze lekker gingen liggen slapen.
Mooi niet.






Traag bewogen ze samen in de rondte. Plotseling zag ik witte bellen tevoorschijn komen...


Glazige witte bellen. Nou ja zeg, ze waren zomaar in mijn tuin aan het vrijen geslagen! Onder mijn kerstboom. De dennennaalden vielen op hun verliefde ruggen, maar ze merkten het niet eens.

Ze dansten, mateloos in elkaar verdiept, het ene rondje na het andere. Let maar eens op het takje bovenin. Ze wisten van geen ophouden. De eerste foto nam ik om 19.07 - dat kon ik op mijn camera zien -




en om 20.00 waren ze nog steeds zo gezellig bezig. Ik werd fanatiek, ik wilde weten hoe lang ze dit volhielden. Dus knielde ik naast hen op de aarde en keek.Maar om 20.30 gaf ik het op. Mijn benen deden zeer en mijn rug was stijf.




Later die avond, om 22.45, sloop ik toch nog even naar buiten. Het was stikdonker, maar bij het licht van de buitenlamp kon ik de kerstboom wel vinden. Ik nam lukraak een foto. En wat denk je? Ja hoor, nog steeds in innige omstrengeling.
Echte liefdesbeesten, die slakken!


 * Later las ik dat slakken hermafrodiet zijn. Met die gaatjes aan weerskanten van hun koppies reiken ze elkaar om de beurt een pakketje sperma aan. Dat heb ik gezien! Die openingen knepen ze af en toe even dicht en dan vloeide er een druppel uit. Ik dacht aan liefdestranen, maar het was dus sperma.

* Meer weten over verliefde en vrijende dieren? Lees dan: 'Wild verliefd' van Ditte Merle! 





.

donderdag 30 juni 2011

Herberg Buitenlust

 

Sinds kort heb ik een huisje in de tuin. Wat zeg ik: een echte herberg! Hij is speciaal bedoeld voor insecten. Dat staat er niet op, maar eerlijk gezegd denk ik niet dat iemand zich gauw zal vergissen. De maker van dit schattige optrekje, Bastiaan, heeft hem Herberg Buitenlust gedoopt, dus zo zal hij heten ook.

Natuurlijk had ik niet verwacht dat het er meteen krioelde van de nieuwsgierige insecten. Wel sloop ik de afgelopen dagen voortdurend om de herberg heen om goed in de gaten te houden wat er gebeurde. Moet je kijken hoe leuk hij er ook uitziet van de zijkant!

Ja hoor, driemaal raden wie als eerste zijn intrek heeft genomen. Meneer Spin! De slimmerik heeft meteen maar slingers opgehangen in het portaal, zo blij is hij met deze herberg. Hij is de zaak zelfs aan het inpakken! Vanaf de landingsbaan naar het dak lopen twee prachtige zilverdraden.
En zo te zien is hij nog meer van plan: ook tussen herberg en vijverrand hangt al een draadje. Dreigend wiegt het heen en weer. 
Dus eh ... dames en heren insecten, welkom in Herberg Buitenlust!

Ook iets vrolijks in je tuin? Ga dan naar de website van Bastiaan.







.

vrijdag 24 juni 2011

De vogels zijn gevlogen


Het is alweer een tijdje geleden, maar de mezen hebben het pand verlaten. Dat ze daarmee bezig waren, merkte ik doordat Roos opeens weer in de boom zat. Ik wist niet dat hij dat nog kon! Gelukkig was hij er ook snel weer uit. Toch een beetje hoogtevrees?

De kleine meesjes vonden het ook zonder Roos eng genoeg. Vader en moeder Mees moesten flink hun best doen om die luilakken uit hun nest te krijgen. Vaak zaten ze samen op de schutting hard te schreeuwen van: 'Kom maar!' en 'De kust is veilig!' 
Die eerste dagen dat de jongen op vrije vleugels zijn, slapen ze vaak nog wel thuis. (Heb ik van Daniël.) Ook worden ze nog bijgevoed door hun ouders. Logisch! Als je gewend bent dat de regenwurmen zomaar boven je bekje bengelen, kom je natuurlijk niet op het idee dat al dat lekkers in de grond woont.
Ik heb geprobeerd de kinderen Mees voor jullie op de foto te zetten, maar helaas. Ze verstopten zich zo listig in het groen van de boom, dat dat niet lukte. Slim van ze, hè?

Op een dag was het dan toch echt helemaal stil rond het nestkastje. Ik wachtte nog even af voordat ik het deksel van het kastje haalde.
En ja hoor, er waren weer achterblijvers. Drie, deze keer. Blijkbaar mogen alleen de grootste bekken de wijde wereld in, voor dromers is geen plaats.


Dus is het weer tijd een mooi plekje uit te zoeken in de tuin. Ik hoefde niet lang na te denken. Kijk eens, hoe fanatiek de hortensia's bloeien! Daaronder mogen ze met z'n drietjes voor eeuwig verder dromen.







.

donderdag 5 mei 2011

Nieuw leven in de brouwerij!



Het klinkt nog maar zwak, maar ik kan het horen als ik er pal onder sta. Volgens mij zijn ze nog maar net uit het ei. Ik had het zien aankomen. Een week of wat geleden zag ik een koolmezenpaar elkaar lekkere hapjes toestoppen. Nu weet ik weinig van de versiertrucs van koolmezen, maar dit zag er zo verliefd uit! Vorige week zag ik één van beide heel snel met de vleugeltjes op en neer slaan als een biddende kolibri. Het was duidelijk een dringende boodschap aan de ander. 'Kom kijken, ik heb eieren gelegd!' Of: 'De eerste is al uit het ei!' Iets dergelijks.

Om deze foto's te kunnen schieten moest ik trouwens wel een minuut of tien als een standbeeld in de tuin staan, want de ouders wringen zich vliegensvlug naar binnen en naar buiten. Ik denk dat ze niet betrapt willen worden. Vooral niet door een nieuwsgierige ekster. Je moet dus een beetje geluk hebben, wil je ze erop krijgen. En dat had ik. Kijk maar!

In de vijver is het intussen lekker druk geworden. Het springt nog niet, want het heeft nog geen pootjes, maar daar kun je op wachten.
Of niet natuurlijk. Ik ben een groots verhuisplan aan het uitbroeden. Wat te denken van Park Frankendael? Daar kunnen ze vast wel een kikkertje of wat gebruiken. Helaas woont daar ook een complete reigerkolonie, maar een beetje kikker weet die wel te ontwijken. Toch?

 Hier in de tuin wordt overigens goed op ze gepast. Roos lijkt misschien  diep in slaap, maar dat is schijn. Zijn oortjes staan wagenwijd open...





En laat ik de planten niet overslaan. Ook daar breekt de lente uit de knoppen. Jawel: de eerste echte rozen!







.




.

vrijdag 8 april 2011

April, kikkerdril!


Gisteren trof ik een flinke plens kikkerdril in de rand van de vijver. Hoera, welkom op aarde! Eén van de ouders zat er trots bij te kijken.

 
Ook tante Mien hing over de rand van de wieg te kwijlen van bewondering.

Ik heb met ze afgesproken dat ze op gezette tijden voor me poseren en in ruil daarvoor laat ik ze de rest van de dag met rust. Tot nu toe bevalt de regeling beide partijen heel goed.




Gisteravond zat de familie kikker zó hard te borren, dat ik het achter mijn bureau op één hoog kon horen. Tjee zeg, dat is wel een heel wild geboortefeestje, dacht ik nog. Vanmorgen zag ik wat er aan de hand was ...



Hela hola, sukkels, hebben jullie niet gezien hoe groot (klein!) mijn vijver is? Waar moeten al deze schatjes blijven? Waarvan moeten ze eten?

Denken die domme kikkers soms dat ik daar wel voor zorg? Help! Ik weet wel dat er veel dril verloren gaat aan van alles en nog wat, maar deze overdaad moet toch minstens tien flinke gezonde kikkers opleveren. En als die net zo enthousiast aan de gang gaan als hun ouders …

Euh... is dit de oppas? Of zit hier iemand nog een extra drilletje erbij te persen? Meiden, stoppen nou!!!

Kortom: wie wil er een builtje kikkerdril? Goeie kwaliteit, vrolijk gezelschap (op den duur), goed kunnende borren en uitstekend geschikt voor de fok!




.

donderdag 24 maart 2011

Kikkerliefde


Gistermiddag betrapte ik deze twee in de bloempot. Ze vonden het zelf geen enkel bezwaar en bleven lief zitten totdat ik ze gefotografeerd had.

Daniël kwam langs om de vijver schoon te maken. Er lag een dikke laag oude bladeren op de bodem en dat is niet goed voor het water.

Alle bewoners van de vijver werden zonder pardon in een emmer gestopt. Jammer voor het liefdespaartje.
Of eh ...









Kijk nou toch hoe lief hij haar vasthoudt. Zelfs temidden van het gedrang, laten ze zich niet van de wijs brengen.









De jongste, die nog nooit iets had meegemaakt, dacht dat deze witte emmer het einde was.
'Hee sukkels, spring voor je leven!' riep hij naar de anderen, die braaf op de bodem zaten te wachten.




Maar niemand luisterde naar hem. Ze dachten aan de rijtoer en hoe alles altijd goed gekomen was. En de jongste? Zie je hem? Hij is gewoon weer mee teruggegleden, het donkere vijverwater in.


 
Vanuit de verte werd dit alles met belangstelling gevolgd...
Dus spon ik weer een dicht web van draden boven het wateroppervlak.



Vanmorgen hoorde ik iemand roekeloos borren aan de rand van de vijver. Ik sloop dichterbij om de aanstaande vader voor jullie vast te leggen, maar hij had zich goed verstopt, ergens tussen de wortels van het riet.
Hij klonk innig tevreden.





.
 

woensdag 16 maart 2011

Dag Karel


Vanochtend vond ik een spoor van zwarte veertjes onder de hortensia's, een plekje waar Karel graag rondscharrelde. Nu weet je die dingen nooit helemaal zeker, dus liep ik de hele dag telkens weer naar het raam, maar wie er kwam, geen Karel. Toen 's avonds ook zijn stukje appel onaangeroerd op het geheime plekje onder de struik lag, kon ik er niet meer omheen: die veertjes waren toch echt van Karel. Hij is er niet meer.
Het is tijd om afscheid van hem te nemen.

In het boekje 'Dat is heel wat voor een kat, vind je niet?' verzint het baasje van een overleden kat tien fijne dingen van die kat. Om nog even heel goed aan hem te denken. Dat doe ik ook. Daar komen ze: tien dingen waar Karel goed in was.

Hij was niet bang voor een beetje sneeuw





Hij kon heel lief kijken







Hij kon woest aan een appel sjorren







Hij kon heel goed een bad nemen in de vijver (in het ondiepe stuk dan)








Hij kon heel knap schommelen








Hij kon prachtig zingen








Hij kon goed zijn evenwicht bewaren op de paal van de schutting








Hij kon goed opschieten met andere vogels
(behalve met andere merels dan)

Hij was dapper; hij durfde heel dicht bij ons huis te komen










En wat ik het fijnste vond: hij maakte mij altijd vrolijk met zijn gezellige gerommel in de tuin







Dat is heel wat voor een merel, vind je niet?




.

zondag 13 maart 2011

Koningsdrama in de tuin



In de afgelopen dagen is Karels pootje niet erg bijgetrokken. Integendeel. Ik zie hem niet meer lekker rond schooieren. Hij krijgt steeds meer moeite om vooruit te komen en opvliegen gaat niet meer zo snel. Zijn rechtervleugel en zijn staart laat hij regelmatig hangen en sinds donderdag zit hij vaak hele uren stilletjes bij mij in de tuin. Gewoon met zijn buikje op de aarde als een broedse kip op de eieren.

Gisteren zag ik opeens een andere merel in de tuin. Kijk nou toch! Als dat geen zoon van Karel is, vreet ik mijn hoed op.Volgens Daniël kun je zien dat het een jonge merel is, omdat zijn verenkleed bij de kop en de buik nog bruin is. Natuurlijk is de familie van Karel van harte welkom, maar ik vertrouwde het niet erg. 


Niet voor niets, zo bleek al gauw. Want deze kwieke jongen begon aan Karels appeltje. Dat heeft Karel nog nooit goed gevonden, dacht ik. Mijn tuin behoort tot zijn territorium en als merels ergens fanatiek in zijn... Karel had tenminste de gewoonte iedere soortgenoot er zonder pardon uit te bonjouren. 

Hij deed zijn best. Volgens mij roept hij hier: 'Opzouten!'







Maar het hielp niet echt. De zoon is sterker dan de vader...







Ik zal het maar eerlijk bekennen. Het liefst zou ik Karel uit de tuin halen en vorstelijk verzorgen. In een mooie doos op mijn balkon bijvoorbeeld. Maar de mensen die er verstand van hebben, zeggen dat dat een typische mensengedachte is. Dieren schijnen dat helemaal niet zo nodig te vinden. Die leggen zich neer bij wat er gebeurt. Zo is het leven, denken ze. Het komt zoals het komt. Knap hè?




.

woensdag 9 maart 2011

Karel hinkepoot


Ik zag het meteen toen hij de tuin in kwam: Karel hompelde en strompelde. Ik bleef hem een tijdje volgen om te zien of ik me soms vergiste, maar nee hoor, er was echt iets mis. Telkens weer pikte hij naar zijn rechterpoot alsof iets aan die poot hem dwars zat. Of hij trok hem stomweg in.

Was het een blessure? Of gewoon de ouderdom? Ik ging op onderzoek uit.  Volgens Wikipedia kan een merel maar vijf jaar worden. Dat leek me sterk, want ik ken Karel persoonlijk al bijna acht jaar.
Natuurpunt bleek guller en kwam met veertien jaar. Dat klonk mij een stuk gezelliger in de oren. Jammer genoeg weet ik alleen niet hoe oud hij was, toen ik hem voor het eerst zag. Ik weet niet eens wanneer hij jarig is!


Natuurlijk ging ik spoorslags de tuin in om allerlei lekkers voor hem klaar te leggen: zijn halve appeltje, een verkruimeld koekje. Een patiënt moet je goed verzorgen tenslotte.
Toen ik even later op het balkon stond, zag ik Karel argeloos van zijn appel snoepen, terwijl Roos op anderhalve meter daarvandaan - buik tegen de grond, woest slingerende staart - klaar zat voor de Grote Sprong.
Ik maakte een geweldige hoop herrie, waar ze allebei nogal van opkeken. Maar denk vooral niet dat Karel wegvloog. Die laat zich niet zomaar van de dood redden.

Ik rende de trap af, verzwikte zelf bijna mijn enkel en stormde de tuin in. Karel fladderde op met duidelijke tegenzin.
'Sukkel, wil je dood of zo?' riep ik.
Vanuit de boom liet hij weten dat hij het allemaal zwaar overdreven vond.



Daar zit wat in. Roos had immers alle tijd gehad om zijn Grote Sprong te maken. Al dat stoere gedoe met die buik en die staart was pure bluf. Hij is veel te bang om mis te springen en dan keihard uitgelachen te worden door alle vogels in nabije bomen en dakgoten.

En Karel? Die weet dat wel, zo langzamerhand.







.        

woensdag 9 februari 2011

Grrr, de huismus


Twee weken geleden was het weer tijd voor de nationale vogeltelling. Ik zag het te laat. De bedoeling is dat je een half uur voor je raam gaat zitten en alle vogels opschrijft die in je tuin neerstrijken. Gelukkig kon ik nu wel meteen bekijken welke scores er genoteerd waren in mijn postcodegebied. Nieuwsgierig zocht ik het op.

Nou ja! Sommige mensen spelen echt vals. De huismus heeft het tot een derde plaats geschopt! Geloof het of niet, maar in de bijna acht jaar dat ik hier woon heb ik nog NOOIT een huismus in mijn tuin gezien. En dan zouden er 1119 in mijn straat, in mijn eigen binnentuin rondvliegen?

Zien mensen het verschil tussen de vink en de mus soms niet? De vink staat namelijk belachelijk laag, terwijl er om de haverklap één in mijn tuin zit. Een mannetje. Een echte macho. Toen er pinda's in mijn tuin hingen, verscheen hij opeens met drie vrouwtjes aan zijn zij in mijn boom. Drie! 'Hee wijfies, zin in een lekker happie?' 

Mijn eigen telling werd in de war geschopt door Karel, die de merels aan een hoge notering probeerde te helpen door zes keer binnen te vliegen. Incognito. Hij toonde mij listig alleen zijn zwarte kant in de hoop op een andere merel te lijken. Alsof ik hem niet meteen herken aan de hebberige manier waarop hij tussen de appelschilletjes rommelt.

Maar dat lijstje van mijn buurtgenoten klopt van geen kant. Het roodborstje komt er niet eens op voor! Hallo zeg, je moet wel half blind zijn als je haar mist. Kijk haar nou staan, de snoes. Met haar verongelijkte koppie, omdat ze overgeslagen is.



Toch betrap ik mezelf op een zacht grommen, elke keer dat ik uit het raam kijk. Grrr, de huismus, 1119, pfff. Hij zal toch niet toevallig alleen mijn tuin voorbij vliegen?








.