In deze blog beschrijf ik alles wat er gebeurt met de dieren in, om en onder mijn huis, zodat iedereen kan meegenieten van het wonderlijke leven van mijn poes Rosa Monica, van de kikkers in mijn vijver, mijn merel Karel en zo nog een paar bijzondere gasten.
woensdag 16 maart 2011
Dag Karel
Vanochtend vond ik een spoor van zwarte veertjes onder de hortensia's, een plekje waar Karel graag rondscharrelde. Nu weet je die dingen nooit helemaal zeker, dus liep ik de hele dag telkens weer naar het raam, maar wie er kwam, geen Karel. Toen 's avonds ook zijn stukje appel onaangeroerd op het geheime plekje onder de struik lag, kon ik er niet meer omheen: die veertjes waren toch echt van Karel. Hij is er niet meer.
Het is tijd om afscheid van hem te nemen.
In het boekje 'Dat is heel wat voor een kat, vind je niet?' verzint het baasje van een overleden kat tien fijne dingen van die kat. Om nog even heel goed aan hem te denken. Dat doe ik ook. Daar komen ze: tien dingen waar Karel goed in was.
Hij was niet bang voor een beetje sneeuw
Hij kon heel lief kijken
Hij kon woest aan een appel sjorren
Hij kon heel goed een bad nemen in de vijver (in het ondiepe stuk dan)
Hij kon heel knap schommelen
Hij kon prachtig zingen
Hij kon goed zijn evenwicht bewaren op de paal van de schutting
Hij kon goed opschieten met andere vogels
(behalve met andere merels dan)
Hij was dapper; hij durfde heel dicht bij ons huis te komen
En wat ik het fijnste vond: hij maakte mij altijd vrolijk met zijn gezellige gerommel in de tuin
Dat is heel wat voor een merel, vind je niet?
.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Karel, Je bent verdwenen, je bent dood. Als voor een echte Lear in een koningsdrama heb ik in je laatste dagen een krans van veldbloemen voor je gevlochten. Het is akelig stil in je rijk. De deur naar het balkon aan de werkkamer blijft dicht. Dag Karel, weet dat er een monument voor je is opgericht dat de wereld over gaat. Hannie
Ja, het is zeker stil in de tuin. De dag dat Karel verdween, durfde er geen vogel meer te landen. Ze hadden die ochtend natuurlijk allemaal met ingehouden adem toegekeken. Gisterochtend zag ik de twee hoofdverdachten zitten, zij aan zij: de Vreselijk Gemene Kater van de buren en de Rooie van de hoek. Ik heb ze weggejaagd. Binnenkort wordt het vast weer gezellig druk. Het is bijna lente!
Een reactie posten