vrijdag 24 december 2010

O denneboom ...


Deze kerstboom is nog van vorig jaar. Ik heb haar in mijn tuin laten overzomeren en overwinteren en nu neem ik haar mee naar binnen om haar prachtig aan te kleden. Een paar weken lang mag ze schitteren op de hoogste troon. 

Jaren geleden toen Hannah nog een klein meisje was, hadden wij een afgezaagde kerstboom op een plankje. Ook die boom stond met ballen, slingers en kaarsjes in onze huiskamer. We zongen: 'O denneboom, wat zijn je takken wonderschoon' en we waren dol op haar. Zo gezellig, zo'n boom met lichtjes.

Hannah kon dan ook niet begrijpen dat diezelfde boom, waar we zo van gehouden hadden na de kerstdagen plompverloren in de voortuin lag om daar te wachten op de wagen van de vuilnisman. 'Het kerstboompje spartelt en trappelt,' zei ze. 'Het wil bij ons blijven!'

Ze had gelijk. Vandaar dat ik nu een boompje heb in een pot, dat na oud en nieuw gezellig terug kan naar de tuin. Wel ben ik bang dat mijn grote boom een beetje jaloers zal zijn. Die probeert immers al jaren groter en groter te worden om naar binnen te kunnen kijken. Komt er zo'n onderdeurtje langs, wordt het binnengehaald alsof het de koningin is.
Tja, je hebt nou eenmaal gewone bomen en ... kerstbomen.

Speciaal voor de kerst en voor Hannah heb ik een gedichtje gemaakt over dat kerstboompje van vroeger, je weet wel, op dat plankje.

In onze tuin ligt een prinses

In onze tuin ligt een prinses
met zonder kleren aan.
Kaal, mottig en vergeten wacht
zij op de vuilnisman.

Ze was de mooiste van het feest,
een kroontje in haar haar,
en glitters op haar groene jurk.
We hielden van elkaar.

Daar komt de stinkwagen al aan.
Ik ruik zijn vieze bek.
Een groene man pakt haar vals beet,
knijpt heel hard in haar nek.

Met aan haar voet een glitterdraad,
trappelt ze nog een keer.
Ze spartelt, roept en gilt naar ons.
Ik kijk niet langer meer.

Straks als ik groot ben, neem ik zelf
een kerstboom met een kluit,
die altijd bij mij blijven mag,
altijd, jaar in jaar uit.

Namens alle lieve beesten wens ik jullie: een warm kerstfeest en een voedselrijk nieuwjaar!

.

dinsdag 21 december 2010

Ontbijt in de sneeuw


Vanmorgen om acht uur keek ik vanuit mijn slaapkamerraam de tuin in. Karel was al driftig bezig met het eten van mijn gisteren neergelegde stuk appel. Ik besloot nog niet naar beneden te gaan, want dan zou Roos wakker worden en het eerste wat Roos ’s ochtends doet is de tuin in stappen. Dus kroop ik met een warme trui aan achter de computer. De verwarming kan ik namelijk ook alleen maar beneden aanzetten. Na een halfuur gluurde ik opnieuw door een kier in het gordijn om te zien of de kust veilig was. Maar nee hoor, Karel was nog volop bezig met het door de tuin rauzen van zijn appel. Ontbijten noemt ie dat.

Inmiddels had ik ook wel zin in een ontbijtje en dus kon Karel van mij de boom in. Klaar met die appel. Ik heb ook rechten hier in huis! En trouwens, zie je wel dat ie zijn buikje lekker dik en rond gegeten heeft?

De dierenbescherming zegt dat je vooral ook een bakje water in de tuin moet zetten. Let op: onbevroren water! Geen zout erin doen, zetten ze er vrolijk bij. Wat dan? Heen en weer hollen? Weten ze daar bij de dierenbescherming niet hoe snel een bakje water bevriest?

Ik doe het twee keer per dag. En denk maar niet dat de vogels dan meteen blij aan komen vliegen. Ze kijken eerst argwanend de kat uit de boom (de kat het huis in?) en dan ... eh tja precies, dan is het water weer bevroren.

Dan maar een hap sneeuw, jongens. Eet smakelijk!



.

woensdag 15 december 2010

Frettenpoep van Charley


Ik had het al over de woelratjes onder mijn huis. Wat ik er niet bij verteld heb  – om niemand ongerust te maken – is dat Amsterdam vergeven is van de woelratjes. Dat zei de meneer van de tuinwinkel, die ene, die er verstand van had. Ik fiets nu dus heel oplettend rond en ik zou iedereen dat aanraden, want iedere loszittende tegel kan zomaar wegzinken naar de diepste diepte. Zo fiets je boven de grond en zo eronder, wil ik maar zeggen.

De paal in de grond en de fluitende flessen hebben nog niet erg geholpen. De woelratjes zijn er nog steeds. Vorige week zag ik iets heel kleins door mijn tuin schieten en er is nóg een aanwijzing: een nieuwe gang! Nog in aanbouw, maar toch. Opnieuw zochten we het internet af en lazen over een ander, héél goed middel: frettenpoep. Dat leg je in de gangen en dan denken die woelratjes dat het daar niet pluis is. Slim hè?

Charley in de armen van Daniël
Maar hoe komt een stadsbewoner aan frettenpoep? Hoe de anderen dat denken op te lossen weet ik niet, maar ik heb geluk. Ik heb Daniël en die loopt stage op kinderboerderij Bijlmerweide. En daar – je raadt het al – hebben ze een fret. Hij heet Charley en hij kan poepen als de beste.


huisje van Charley
 Als Amsterdam echt zó vergeven is van de woelratjes als de meneer van de tuinwinkel denkt, kunnen ze daar bij de Bijlmerweide binnenkort wel een winkeltje openen. Voorlopig kreeg ik als eerste een zakje uitgereikt!

Blij fietste ik naar huis. Eerst keek ik goed om me heen of er nergens woelratjes zaten toe te kijken, want die zouden zich dan natuurlijk meteen liggen te bescheuren. Poep uit een zakje! Lekker nep, zeg. Daar trappen wij niet in.

Ik deed het dus stiekem en snel. Het ziet er zo uit en het stinkt behoorlijk. Nu maar hopen dat het ook helpt. Wat denken jullie?






.




.

maandag 6 december 2010

Slimme kraaien


Moet je dat zien. Zo groot en zwart en toch uit zo'n piepklein netje willen eten, dat overduidelijk voor meesjes en vinkjes bedoeld is. Eerst jaagt hij alles wat klein en hongerig is de tuin uit met een hele hoop overdreven lawaai. Kra, kra, kra, kra! Eén keer is ook wel genoeg, ja!
Dan plaatst hij zich op de tak, trekt het netje naar boven (met een kop alsof het van hem is) en gaat uitgebreid zitten dineren.
Ik moet toegeven dat ie het slim doet. Stukje bij beetje haalt hij het touw naar zich toe, terwijl hij het telkens vastklemt met één poot. Precies zoals wij dat zouden doen.

Wat een schrokop. Hij zou het liefst dat hele net in één keer in zijn keel steken.

Maar slim of niet, ik vind het ook een beetje kinderachtig van hem. Hij kan toch zeker wel ergens wat uit een vuilnisbak stelen? Of uit een boodschappentas?
 


Ik heb er wat op gevonden. Ik hang de mezenbollen (let op de naam!) nu aan een heel lang touw. Dat duurt hem veel te lang, wedden?


Nou ja! Zie je dat? Heeft die grapjas het touw één keer om de tak heen geslagen! 


Meer slimme kraaien zien? Klik dan eens hier. Eureka! Of klik hier en verbaas je zo mogelijk nog meer!






.

vrijdag 3 december 2010

IJspret


Een lekker dik pak sneeuw in de tuin. Het lijkt wel winter! Dit is eh ... de vijver en zoals je aan de sporen ziet houdt Roos er erg van om daarover heen en weer te lopen. Ssst, ik weet hoe dat komt …


Aan het begin van de week, toen er nog maar een vliesdun laagje ijs op de vijver lag is hij erdoor gezakt. Niet lachen!!
Ik was juist bezig het vogelhuisje middenin de tuin te zetten en vetbollen op te hangen, toen ik een geweldige plons hoorde.



Ja hoor, Roos lag er met kop en voorpoten middenin en wist niet hoe gauw hij weer uit die koude kledder moest komen. Eenmaal terug op de kant begon hij verontwaardigd zijn voorpoten warm en schoon te likken. Zijn humeur werd er niet beter op toen ik hem keihard uitlachte. Hij vluchtte naar binnen om daar verder te poetsen en een beetje op te warmen.

Nu, een paar dagen later, danst hij stoer op het vijverijs alsof hij iedereen wil laten zien dat het kan. ‘Hee sukkels, durven jullie niet? Ik wel hoor. Kijk maar! Lalala.’
Het advies van ijsmeester Roos luidt dan ook: 'Het ijs in onze tuin is superbetrouwbaar. Je kunt er fijn op hossen en rossen zonder dat het breekt.'


PS. Nog fijner is lekker soezen op de bank bij de verwarming. Zzzzz