Ik had het al over de woelratjes onder mijn huis. Wat ik er niet bij verteld heb – om niemand ongerust te maken – is dat Amsterdam vergeven is van de woelratjes. Dat zei de meneer van de tuinwinkel, die ene, die er verstand van had. Ik fiets nu dus heel oplettend rond en ik zou iedereen dat aanraden, want iedere loszittende tegel kan zomaar wegzinken naar de diepste diepte. Zo fiets je boven de grond en zo eronder, wil ik maar zeggen.
De paal in de grond en de fluitende flessen hebben nog niet erg geholpen. De woelratjes zijn er nog steeds. Vorige week zag ik iets heel kleins door mijn tuin schieten en er is nóg een aanwijzing: een nieuwe gang! Nog in aanbouw, maar toch. Opnieuw zochten we het internet af en lazen over een ander, héél goed middel: frettenpoep. Dat leg je in de gangen en dan denken die woelratjes dat het daar niet pluis is. Slim hè?
Charley in de armen van Daniël |
huisje van Charley |
Blij fietste ik naar huis. Eerst keek ik goed om me heen of er nergens woelratjes zaten toe te kijken, want die zouden zich dan natuurlijk meteen liggen te bescheuren. Poep uit een zakje! Lekker nep, zeg. Daar trappen wij niet in.
Ik deed het dus stiekem en snel. Het ziet er zo uit en het stinkt behoorlijk. Nu maar hopen dat het ook helpt. Wat denken jullie?
.
.
1 opmerking:
Jij hebt het er maar druk mee! Ik ben benieuwd of dit nu weer helpt... grinnik. Succes ermee!
Een reactie posten